Tree

FEEST

Twee trappen op. Het feestelijk geroezemoes komt dichterbij. Bij de roze gedekte tafel vol taarten staat ze. De jarige Ria. Zestig is ze geworden. De rij is lang. De wachtenden keuren de taarten: merinque, hazelnoot, latte macchiato, mango creme fraiche, chocolade royal. De drie conservatoriumdochters, helemaal in het zwart, zorgen voor vrolijke muziek. Piano, cello en viool klinken vloeiend. Locatelli allegro-capriccio. De trotse vader, Bert, schudt zijn hoofd in de maat van de muziek. Zijn lange grijze krullen zwieren wild. De moeder, het middelpunt van deze dag, draagt een tomaatrode ensemble om haar uitstekende botten. Een grijze knot versterkt met vele haarstukjes, hangt tegen haar smalle nek. De pianist denkt: knip dat haar toch af, ma.
Aan de ronde tafels zitten veel dames. Grijze hoofden. Een enkel mantelpak. Veel truien en rokken. De heren, in de minderheid, roeren twee, drie suikerklontjes in hun cafe au lait. De dames houden het bij zoetjes.
De jarige schudt handen. Kust. Neemt de enveloppen in ontvangst. De mand, op de versierde stoel naast de feesteling, puilt uit. Enveloppen in alle vormen en maten. De cellist denkt: had de gasten toch vrij gelaten in hun cadeaukeuze.
De echtgenoot haalt zijn beide handen door zijn krullen. Strijkt zijn zijden sjaal glad. Vraagt om stilte. De koffieschenksters in roze schortjes, treden terug. De vorken vol slagroom worden afgelikt. Neergelegd. Geschuifel. Aandacht.
De jarige leest voor van een paar A-viertjes. Het leven van een katholiek meisje, vlak voor de tweede wereldoorlog geboren, wordt kort geschetst. Ria woonde dichtbij Rotterdam. Herinnert zich levendig de 14e mei 1940. Rond 13.30 uur ziet ze lichtflitsen in de lucht. Gerommel. Onweer op komst? Rook in de verte. De oorlog is begonnen. Haar familie komt er redelijk ongeschonden uit. November 1944 Zeeuws Vlaanderen bevrijd. Hoop, maar de hongerwinter volgt.
Zo kabbelt het verhaal door. Af en toe gepiep van stevige damesschoenen. Grijze hoofden knikken instemmend.