Tree

DE KERSTKOLIBRIE

De kerstboom in de kantine van het bejaardentehuis schudde van zoveel geluid. Het begon toen de schoonmakers het licht hadden uitgedaan en met hun emmers en dweilen vertrokken waren. De kerstklokjes, de trompetjes, harpjes, vogeltjes, alles was in rep en roer. Er zat een vreemde vogel in hun boom.
‘Kan je echt vliegen?’ vroeg de engel met de gouden vleugels. ‘Ja kijk maar,’ zei de kolibrie en ze wipte een tak hoger. ‘oooh en aaaah’ klonk het van alle takken.
‘Waar kom je vandaan?’ vroeg de kerstman met de kraaloogjes.
‘Van de tropen,’ lachte de kolibrie.
‘Wie verre reizen maakt kan veel vertellen’ zei de kerstman. ‘Vertel,’ piepte de sneeuwpop.
‘Waar zal ik beginnen,’ begon de kolibrie, ‘kerst, dat is het mooiste feest van het jaar. Al die kleuren, al die lichtjes. Overal kerstbomen. Ik vlieg van boom naar boom. Ik geniet van alles wat ik hoor en zie. Gisteren was ik op een kleuterschool. Daar stond een boom vol papieren sterren. De kleuters hadden flink gestrooid met glitter. De sterren schitterden in het maanlicht.’ ‘Wat deden de kleuters toen ze jou zagen vliegen?’ vroeg het hertje met de strik om z’n hals.
‘Ik vlieg alleen als er geen mensen in de buurt zijn. Ik kan heel stil zitten. Kijk!’
‘Vertel verder,’ fluisterde een doorzichtige kerstbal. De kolibrie pakte haar verhaal weer op.
‘De volgende dag kwamen de kleuters met hun ouders om de boom te bewonderen. Nadat de kinderen hun ouders hadden uitgezwaaid, zongen ze: 'O Denneboom'. De juf speelde op haar blokfluit. De kleuters straalden. De volgende dag vloog ik naar een boom in een ziekenhuis. Zoveel pijn. Zoveel tranen. Ik hield het er bijna niet uit. Toch zag ik ook troost. Met rolstoelen en op krukken kwamen de patiënten bij hun kerstboom zitten. Ze dronken warme chocomelk. Een enkeling begon zelfs te zingen:
'De herdertjes lagen bij nachte'. In de boom hingen kleine kaartjes met goede wensen van en voor de zieken. De volgende dag vloog ik naar een bejaardenhuis in een stad. Er stond een flinke boom in de koffiezaal. Daar vond ik een plek op de hoogste tak. De boom was helemaal rood. Design noemen ze dat. Alles maar ook alles wat er in de boom hing, was rood.’ ‘Wat saai,’ zei de sneeuwpop met de geblokte sjaal.
'Nu ben ik in Waddinxveen het mooiste dorp van het land,' lachte de kolibrie. De kerstman klapte in zijn handen. De engel speelde op haar trompet. 'Blijf bij ons,' klingelden de klokjes. De kolibrie knikte. Ja, hier zou hij blijven. Kerstvieren met zijn nieuwe vrienden. Kerst, het mooiste feest van het jaar.