
DE FOENCHISTOK
Ze prijken op mijn aanrecht. Keukengerij uit de Nederlandse Antillen: de foenchistok, de kasuela, de vuurpot en de chupabebevorm. De belangrijkste van de vier is de foenchistok.
Wij schrijven funchi, maar de Nederlanders hebben al eeuwen onze u in oe veranderd. Dat doe ik voor deze ene keer dus ook.
Drieënvijftig jaar geleden stopte mijn moeder de foenchistok in mijn koffer. In Nederland aangekomen kreeg de stok een ereplaats in mijn keukentje. Jammergenoeg kon ik de stok niet vaak gebruiken. Maismeel om foenchi te maken, was in de jaren vijftig nergens te koop in Nederland. Af en toe kreeg ik een kilo uit de Antillen toegestuurd. Ik deed dan mijn schort voor, zette een pannetje met een deel water op het gaspitje. Als het water kookte deed ik twee delen maismeel en een snufje zout erbij. Zodra het papje ging pruttelen, begon ik met mijn funchist… o jee, nee! foenchistok te roeren om het geheel zonder klonten klaar te maken. Een kunst apart. Als het geheel stevig genoeg was , schudde ik het op een bord, bracht het met een schotel in een bolle vorm. Iedereen heeft zo zijn eigen manier om de foenchi aan te snijden. Er zijn families die er plakken van snijden, anderen verdelen het geheel in punten. Foenchi was een belangrijk onderdeel van ons hoofdgerecht. Zeg maar de ‘aardappel’ van de Nederlandse Antillen. Foenchi eten wij het liefst met vis en gebakken banaan, overgoten met een pittige saus van uien, knoflook en tomaten.
De Turken en Marokkanen hebben de maismeel naar Nederland gebracht. Hoera! Ik kon als ik dat wilde, dagelijks mijn foenchistok gebruiken. Op de Antillen wordt de foenchistok niet meer elke dag gebruikt. Sinds het toerisme een vlucht heeft genomen op de eilanden is de smaak van de bevolking veranderd. De Mac’s en de Kings zijn de nieuwe smaakmakers. In de keuken van de jonge Antilliaan is er geen plaats meer voor de stok. De magnetron is het belangrijkste keukenhulpje geworden.
In restaurants die speciale Antilliaanse menu’s serveren, is foenchi nog wel te krijgen. Maar ik veronderstel, dat de foenchistok daar, door een mengmachine is vervangen.
Ik ben op een leeftijd gekomen dat ik mijn dierbare bezittingen ga verdelen. Mijn foenchistok stuur ik graag naar het Migrantenmuseum.